Politiek
1848: de oprichting van Zwitserland
De oprichting van de moderne staat Zwitserland stamt uit het jaar 1848. Voor die tijd bestond Zwitserland uit een los bondgenootschap tussen onafhankelijke kantons.
In 1848 kreeg Zwitserland een moderne grondwet, die van de statenbond een federatieve bondsstaat maakte. Een centrale regering nam op bepaalde gebieden zoals de buitenlandse en financiële politiek de taken van de kantons over. De grondwet had als doel, de verschillende belangen van de afzonderlijke kantons met de algemene belangen van de bondsstaat te combineren.
Staatsvorm en regeringssysteem
Zwitserland is een bondsstaat met een directe parlementaire democratie.
Zwitserland heeft met zijn nationaal parlement een tweekamerparlement: daarin vertegenwoordigt het parlement (de Nationalrat) het hele volk (200 afgevaardigden) en de Ständerat de verschillende kantons (46 afgevaardigden). Het nationaal parlement kiest de federale regering: het collectieve "staatshoofd", dat uit 7 leden bestaat.
Federalisme und directe democratie
Uniek voor het kleine land is het uitgesproken federalisme. Dit komt in twee elementen tot uitdrukking: in de sterke autonomie van de 26 kantons en hun gemeenten evenals in hun directe deelname aan de politieke besluitvorming. Niet alleen de kantons hebben grote invloed – ook de afzonderlijke burgers hebben dat. Dit is mogelijk door de directe democratie: door de volksinitiatieven en het referendum (elk kwartaal plaatsvindende stemmingen) kunnen de burgers hun invloed op de regeringsactiviteiten uitoefenen.
Meer informatie over het politieke systeem van Zwitserland vindt u op: swissworld.org