Klimaat
In Zwitserland heerst een mild klimaat met matige warmte, koude en luchtvochtigheid.
Van juli tot augustus bedraagt de dagtemperatuur circa 18 tot 28° C, van januari tot februari ongeveer -2 tot 7° C. In het voorjaar en de herfst varieert de dagtemperatuur tussen 8 en 15° C.
Afhankelijk van de hoogte kan de temperatuur variëren. Een trui, schoenen met goed profiel, zonnebrandcème, zonnebril, paraplu of lichte regenjas in de bagage is aan te raden.
Seizoenen
De seizoenen zijn duidelijk te onderscheiden. In de herfst (september tot en met november) rijpen de vruchten en verkleuren de bladeren van de loofbomen.
Terwijl de winters vroeger over het algemeen koud en sneeuwrijk waren, zijn mintemperaturen en sneeuwval vooral in vlak gebied geen regel meer. Veel skigebieden zouden zonder kunstmatige besneeuwing nauwelijks overleven.
In het voorjaar (maart tot en met mei) bloeien de bomen en worden de weilanden groen. Het kan gebeuren, dat de winter in april korte tijd terugkeert en dat het in mei al zomers is.
In de zomer stijgt de temperatuur tot 25 à 30 °C, in hete zomers kunnen de temperaturen ook tot boven de 30 °C stijgen.